De Westhoek is fantastisch. Maar laat ons eerlijk zijn, er zijn ook minpuntjes aan. Dat moeten we kunnen toegeven. Eén van die minpuntjes is de verre afstand van grote steden.
Gent, Antwerpen, Brussel, … Eén voor één een smeltkroes aan culturen. Allemaal op minstens één uur of zelfs anderhalf uur reizen. En als jongere trekken die grote steden aan. Er zijn grote winkelstraten, bioscopen, concertzalen, musea en tentoonstellingsruimtes, hippe restaurantjes en kroegen, … Veel van ons jong Westhoektalent blijft na hun studieperiode dan ook hangen in één van die steden.
Als ik als jonge Westhoeker naar een grote stad trok voelde ik me altijd… ouderwets. De mensen waren er mooier, sportiever, hipper, cultureler, … Ik wou dat ook allemaal zijn. Maar die afstand, die was storend. Ik kon niet genoeg naar die steden gaan, het was te ver.
Tot sinds een paar jaar! Ik ontdekte dat de Westhoek zijn eigen wereldstad heeft: Rijsel. Lille, zoals de Franse vrienden het noemen. En het is belachelijk dicht bij. Als ik naar mijn huisje rij en de heuvel van Nieuwkerke over bol, zie ik de stad liggen. En met de auto sta ik in 25 minuten van op mijn oprit, in een ondergrondse parking, onder het hart van de stad. Om je een idee te geven: ik rij 40 minuten naar Diksmuide en Veurne en bijna een uur naar Nieuwpoort. Drie stadjes in onze Westhoek…
En Rijsel heeft alles wat je in een stad zoekt. Alles wat ik hierboven opsomde. En meer. Ik blijf er ontdekken, keer op keer.
De agglomeratie Rijsel telt maar liefst 1,2 miljoen inwoners. Net evenveel als het Brussels Gewest. De stad is niet enkel een poort naar andere wereldsteden (één uur treinen naar Brussel, Parijs en Londen), maar heeft eigenlijk alles wat je zoekt in een stad:
- De grote winkelketens in de Rue de Béthune
- Hippe shops en spannende horeca in Vieux-Lille
- Een batterij aan concertzalen – van het grote Zenith (à la Sportpaleis) over het kleinere Aeronef (à la AB) tot Théathre Sebastopol. En nog veel meer…
- Interessante architectuur. Van eeuwenoud, tot hypermodern
- Kunst in al zijn vormen in het Palais des Beaux Arts of La Piscine
- …
Waarom ontdekte ik deze stad pas vrij laat? Eén reden: de grens. Bizar opnieuw hoe die onzichtbare grens ons tegenhoudt. Is het de vreemde taal, de angst voor het onbekende? Laat dat even allemaal achter je en ga er gewoon naartoe. De mensen zijn er vriendelijk, parkeren is er eenvoudig en niet echt duur en alles ligt op wandelafstand.
Gisteren ging ik nog eens op ontdekking en bracht volgende tips voor jullie mee:
- Gare Saint-Sauveur: een oud stationsgebouw die nu gebruikt wordt voor tijdelijke tentoonstelling. Momenteel loopt er een kunstexpo over voetbal en ééntje over Home Cinema. Vooral die laatste is zeer interactief en het bezoeken waard, zeker met kinderen. Drink een biosapje in de Ferme Urbaine en heb vooral oog voor het bijzondere gebouw. Hoe verlaten industrie plots heel hip wordt… Ligt vlakbij de Porte de Paris en alle tentoonstelling zijn gratis!
- Gelato & Coffee: super lekker ijs in de Rue Basse.
- Le Dandy: Cocktailbar in dezelfde Rue Basse. Een bijna onmogelijke keuze aan cocktails, hun kaart wordt trouwens heel regelmatig volledige vernieuwd. Leuke plek om te zitten en het liefste personeel. Wel best tafeltje reserveren als je zeker wil zijn van een stekje. Er kunnen niet veel mensen binnen…
- Les Bières de Célestin: micro-brouwerij in Vieux-Lille met biershop. Je vindt er heel wat bijzondere bieren. De Fransen hebben al een tijdje bier ontdekt en sommige verkiezen het schuimend drankje al boven hun eigen wijn. Kom hier enkele van hun creaties proeven.
- N’autre Monde: Klein restaurantje in Vieux-Lille. Oogt vrij klassiek, is het ook, maar wel super lekker. Ga voor het degustatiemenu. Je laten verrassen is altijd fijn en wat de chef op je bord tovert is zeer lekker.
Uiteraard zijn er nog pakken leuke adresjes, maar die hou ik voor een volgende keer 😉
Met zeer veel bewondering voor je vlotte pen. Ik geniet er telkens van. Moet echt wat meer uit mijn huis komen. Thanks.
LikeLike
Bedankt! En absoluut, het is buiten te doen! 🙂
LikeLike