Amsterdam is een volk

Dit weekend zat ik in Amsterdam. Nog maar eens. Het moet, Brussel niet meegerekend, de Europese grootstad zijn die ik ondertussen het meest bezocht. En dat is niet omdat het eigenlijk lekker dichtbij is. Want dat is het niet altijd. Vrijdag deed ik bijna 5u over de weg die ik daarnet in 2u45′ rustig afhaspelde bij het naar huis rijden. Het verkeer tussen de Westhoek en Amsterdam is niet altijd een feest…

Waarom ga ik er dan wel steeds naartoe? Laat dat nu net een heel moeilijke vraag zijn. Sevilla, Berlijn, Lyon, … het zijn maar een paar van de Europese steden waar ik op slag verliefd op werd. En meteen kan ik je zeggen waarom. Dat is zo duidelijk. Maar daar gaat deze blog niet over… Deze gaat over Amsterdam. En echt, dat krijg ik moeilijk uitgelegd. Het lijkt precies veel gemakkelijker te zeggen waarom ik net niet van de stad zou houden:

• Het is er vaak koud en nat (dit weekend niet!)
• Er zijn veel te veel toeristen (tja… waar niet in onze Europese grootsteden…). Maar deze zijn nog eens stoned ook…
• De kans dat je er doodgereden wordt door een fietser is realistisch.
• Alles lijkt op elkaar.
• De doorsnee Amsterdammer blijft consequent in het Engels antwoorden als ik hen in het Nederlands aanspreek.

Maar eigenlijk kan ik elk van bovenstaande redenen aanhalen om aan te tonen dat het er net heel leuk toeven is.

Amsterdam is een spannende stad, waar je blijft verloren lopen en om elke hoek verrast wordt. Het is een hippe, jonge en internationale stad, waar effectief iedereen Engels praat, maar aan de accenten duidelijk te horen is dat eigenlijk niemand ook effectief die taal als moedertaal heeft. Het is een stad die leeft, met telkens opnieuw tientallen tentoonstellingen, concerten, voorstellingen, evenementen, …
Zo ook dit weekend.

Dit weekend moest een jaar geduurd hebben om alles te bezoeken wat er in de voorbije 3 dagen werd georganiseerd.

Het werd een dol weekend! Slapen in een ecologisch hotel, een nachtelijke wandeling in het Red Light District, een dubbel bezoek aan een super lekker Food Truck Festival,  ontgoocheling na een bezoek aan The Art of Bansky, verwondering bij het bezoeken van de expo rond De Amsterdamse School, culinair genieten bij Jansz in de hippe Negen Straatjes en wandelen, wandelen, wandelen. Van steegje, naar pleintje. Van de ene gracht over het andere kanaaltje. En vooral gluren naar de vele interessante figuren die je onderweg tegenkomt. En net dat laatste maakt deze stad zo boeiend…

Amsterdam heeft niet één grote trekpleister, zoals Parijs zijn Eifeltoren, Athene het Panthenon of Londen The Big Ben heeft. Maar het heeft er honderdduizenden. Het zijn die vele bijzondere figuren die als krioelende mieren zich langs de grachten begeven. Zij geven de stad karakter, zij maken ze mooi. En zij zorgen er voor dat de stad telkens opnieuw anders is en meer dan de moeite blijft om ze keer op keer te blijven bezoeken.

Genieten in het Amstelpark

De Grachtjes by night

Foodtruckfestival Trek

De exposhop van antikapitalist Banksy…