Terug naar de Heimat

In 1945 was mijn grootvader 21 jaar jong, soldaat op de vlucht en werd hij verliefd. Dat zal niet voor het eerst geweest zijn. Maar het was wel fel. Zijn grote liefde heette Elza. Haar familienaam was Krämer. Elza was geboren en getogen in Walheim, een klein dorpje tussen de wijnbergen, een twintigtal kilometer ten noorden van Stuttgart. Jawel, in Duitsland is dat.

Mijn grootvader was geboren en getogen in Adinkerke. Een grensdorpje aan de Belgische kust. Plopsaland noemen we het nu. Zijn dorp ligt net geen 700 km van haar dorp. En dat was geen evidentie. Zeker niet net na de Tweede Wereldoorlog.

Maar liefde overwint alles en in 1946 kwam er, toen nog in Duitsland, een zoontje. Het zoontje was niet sterk en stierf kort na zijn geboorte. Twee jaar later kwam een dochter en daarna nog een zoon. Hij was wel sterk. En zo werd Elza mijn grootmoeder.

Mijn vader ging als kind jaarlijks naar Walheim. Kerst en Nieuw vieren met de Duitse familie. Toen hij wat ouder werd en het ouderlijk nest verliet, om zijn eigen gezin op te bouwen, werden die Duitse uitstapjes zeldzamer. Dat er ondertussen alsmaar minder leden in die Duitse familie waren en ook oma Elza veel te jong heen ging, speelde waarschijnlijk ook een rol.
Ikzelf was slechts twee keer in Walheim. De eerste keer zat ik nog in de pampers. De tweede keer is ondertussen ook al ruim 25 jaar geleden en de herinneringen zijn vaag.

Maar sinds een paar jaar begon het bij mij te kriebelen.
Als gids bestudeer ik heel vaak familiegeschiedenissen. Van anderen. Ik neem families mee naar het graf van hun voorvader, die stierf op de slagvelden rond Ieper in WO1. Vaak zijn dat een vader en zoon. Samen op zoek naar hun roots.

En de voorbije 3 dagen gingen mijn vader en ik op zoek naar onze Heimat. We sprongen in de wagen en reden de bijna 700 km naar Walheim, mountainbikes in de koffer. Het werd een fijne roadtrip. In die paar dagen vertelde mijn vader me alles wat hij wist over onze familiegeschiedenis. Een boeiende, bij momenten tragische, geschiedenis.

Met onze tweewielers reden we langs de veldwegen waar mijn grootvader als prille twintiger lange wandelingen maakte. We hielden lange haltes rond en in het dorp waar mijn grootmoeder kind kon zijn. En gingen op zoek naar nog zichtbare sporen van onze afkomst.

Veel sporen waren er helaas niet meer. De bakkerij van mijn overgrootouders is afgebroken, het graf van de in Duitsland geboren eerste zoon is met begraafplaats en al verdwenen en de huizen van familieleden zijn ondertussen voor het merendeel bewoond door mensen die nooit van de familie Krämer hoorden.

Maar toch was dit voor mij een reis terug in de tijd. In een regio die alsmaar stedelijker wordt en waar authenticiteit beetje per beetje verdwijnt, voelde het alsof ik 3 dagen lang terug gekatapulteerd werd naar het Duitsland van net na de Tweede Wereldoorlog. Fietsend tussen de velden vol wijnranken en luisterend naar de kleine anekdotes die mijn vader me hier en daar meegaf droomde ik weg.
Al fietsend dacht ik na. Over familie. Over familiegeschiedenis. En hoe mij dat, hoe dan ook, vormde en nog steeds vormt.

Ik ben blij dat ik de kans kreeg om deze trip met mijn vader te maken.
Beste lezer, heb jij die kans ook nog? Grijp ze! Je zult het je niet beklagen.

Slapen & Eten: Eberhards
Eten & Drinken: Rossknecht Im Schloss
Fietsen: 3B-land

Een gedachte over “Terug naar de Heimat

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s